• Start
  • Achtergrond Sinterklaas

Achtergrond Sinterklaas

Sinterklaas is de hoofdfiguur van een kinderfeest dat op 5 december en op 6 december in Nederland, België en in enkele (voormalig-) Nederlandse koloniën wordt gevierd. Sinterklaas wordt ook op kleinere schaal in Luxemburg (Kleeschen), Oostenrijk, Zwitserland, Duitsland, Polen en Tsjechië (Mikuláš) gevierd. Veel tradities in het huidige sinterklaasfeest gaan terug op Sint-Nicolaas, de Lycische bisschop uit Myra, hoewel er ook oudere elementen zijn. Doorgaans heeft de Sint toch wel een lange witte baard. Het is echter nooit bewezen dat hij daadwerkelijk ook zo'n lange baard heeft gehad.

Oorspronkelijk werd Sint-Nicolaas alleen in het oosten geëerd. In de 13e eeuw werd besloten dat zijn naamdag ook in het westen een van de belangrijkste feestdagen was; in die tijd werd het sinterklaasfeest in Utrecht al gevierd door de schoen van vier arme kinderen te vullen met geldstukken, in andere steden werd ook iets voor de armen gedaan.

Na de Nederlandse Opstand probeerden calvinistische predikanten het sinterklaasfeest af te schaffen, omdat het te veel heidense elementen bevatte. Het feest was echter zo populair dat dit streven weinig succes heeft gehad, ook bij het protestantse volksdeel.

Verder zijn er parallellen te trekken met de heidense god Wodan, deze rijdt ook op een schimmel, de achtbenige Sleipnir, waarmee hij door de lucht vliegt.


Het feest wordt gevierd op de avond van 5 december, de vigilie (vooravond) van de heiligendag. In het zuiden van Nederland, en een gedeelte van België wordt Sinterklaas vaak nog in de ochtend van 6 december gevierd.
Op dit heerlijk avondje (prozaïscher: pakjesavond) brengt Sinterklaas geschenken, vooral speelgoed voor de kinderen. Deze pakjesavond gaat terug op voorchristelijke gebruiken: hoe meer geschenken men in het rond strooide (appels, noten, beide herfstelijke symbolen van vruchtbaarheid, vandaar strooiavond), hoe vruchtbaarder het land zou zijn. De strooiavond nam door tijdsvervaging en misverstanden de plaats van het eigenlijke sinterklaasfeest in. Sinterklaas rijdt op een schimmel over de daken van de huizen. In Wallonië hoort hij dit op een ezel te doen. Hij draagt daarbij zijn bisschopskledij: een rode tabberd, een mijter en een staf.

Rond de goedheiligman bestaat een uitgebreid repertoire aan volksliederen en zoetwaren. Tot de laatste behoren de pepernoten, kruidnoten, marsepein, borstplaat, speculaas (speculator = bisschop, dus bisschopskoek), taaitaai, suikergoed, banketletters en, als typisch Nederlands fenomeen, de chocoladeletter. Zwarte Piet is degene die deze lekkernijen in de huizen strooit. De verzamelnaam voor het lekkers is dan ook strooigoed.

 

Zwarte Piet

Sinterklaas werkt niet alleen: hij gaat vergezeld van een knecht, Zwarte Piet, die de zak met cadeautjes draagt en door de schoorstenen kan kruipen om de pakjes in de schoenen van de kinderen te stoppen. De herkomst van deze helper is omstreden: hij was oorspronkelijk een demon die de door de heilige gedwongen werd goede daden te verrichten, maar volgens sommigen gaat hij terug op een Moors knechtje en is zijn huidkleur daaraan te danken. In christelijk perspectief is Zwarte Piet gewoon de bedwongen duivel, plaatsvervanger van de overwonnen Wodan, of diens helper Nörwi, de zwarte vader der nacht, die ook een roe droeg (als vruchtbaarheidssymbool).Het meest vriendelijke verhaal is wellicht dat de Sint op een markt eens een zwart jongetje genaamd Petrus, dat als slaaf verkocht werd, verbasterd heeft tot Piet. Sint kocht de jongen vrij en uit dankbaarheid bleef hij de Sint nabij.

 

De huidskleur van Zwarte Piet geeft soms aanleiding tot kritiek dat zijn rol racistische vooroordelen zou bevestigen, maar volgens anderen is hij een Italiaanse schoorsteenvegersknecht en is zijn gezicht louter daarom zwart van het roet. Dit idee wordt nog eens versterkt door het feit dat zwartepiet een roe heeft (schoorsteen schoonmaak instrument), en Italiaanse schoorsteenvegers kledij. En op daken klimt. In Vlaanderen is de politiek correcte term alleszins Pieterknecht.

 

Tot de Tweede Wereldoorlog had Sinterklaas slechts één helper. Na de bevrijding door de Canadezen hielpen deze soldaten met het organiseren van het eerste na-oorlogse sinterklaasfeest. Niet gehinderd door kennis over de traditie, bedachten zij, dat als één Zwarte Piet leuk is, een heleboel Zwarte Pieten nóg leuker zouden zijn. Sindsdien wordt Sinterklaas vergezeld door vele Pieten, tegenwoordig vaak met ieder een eigen taak.

 

(bron: wikipedia)